De cross-sectionele studie includeerde 50.726 volwassen vrijwilligers, die exoom-sequencing ondergingen. In 50.459 deelnemers (99,5%) werden geen, en in 267 deelnemers (0,5%) werden wel pathogene of vermoedelijk pathogene (P/LP) BRCA1/2-varianten gedetecteerd. Onder deze 267 deelnemers waren 148 vrouwen en 119 mannen (55,4/44,6%); de gemiddelde leeftijd was 58,9 jaar (range 23 tot 90 jaar). Er waren 95 deelnemers (35,6%) met P/LP BRCA1-varianten en 172 deelnemers (64,4%) met P/LP BRCA2-varianten. Tweehonderdnegentien deelnemers (82%) waren niet eerder klinisch getest.
Twintig deelnemers met een P/LP BRCA1/2-variant overleden voor hun testuitslag bekend was, en drie overleden later maar voor 30 juni 2017 (data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse). Elf van de overleden deelnemers (47,8%) en 56 van alle 267 P/LP BRCA1/2-variantdragers (20,9%) hadden een maligniteit. Onder de vrouwen hadden 31 van 148 variantdraagsters (20,9%) een persoonlijke geschiedenis van mammacarcinoom, vergeleken met 1554 van 29.880 niet-draagsters (5,2%); overeenkomend met een OR van 5,95 (p<0,001). Geschiedenis van ovariumcarcinoom was aanwezig in 15 van 148 draagsters (10,1%) vergeleken net 195 van 29.880 niet-draagsters (0,6%), overeenkomend met een OR van 18,30; p<0,001).
De onderzoekers concluderen dat vergeleken met eerdere klinische zorg exoom sequencing-gebaseerde screening resulteerde in identificatie van vijfmaal zoveel individuen met P/LP BRCA1/2-varianten.
1.Manickam K, Buchanan AH, Schwartz MLB et al. Exome sequencing-based screening for BRCA1/2 expected pathogenic variants among adult Biobank participants. JAMA Network Open 2018; epub ahead of print
Summary: A cross-sectional study of 50,726 adult volunteers showed that exome sequencing-based screening identified almost 5 times as many individuals with pathogenic or likely pathogenic BRCA1/2 variants compared with previous clinical care.