Dr. Lorelei
Mucci (Harvard School of Public Health, Boston) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van erfelijkheid en het familiaal risico van oncologische
aandoeningen in een cohort van tweelingen. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA.1 Deelnemers waren ruim 40.000 monozygote en 60.000
dizygote same-sex tweelingparen in
Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden, die tussen 1943 en 2010 gedurende
mediaan 32 jaar gevolgd werden.
Tijdens de
follow-up werd 27.156 incidente gevallen van kanker gediagnostiseerd in 23.980
individuen, overeenkomend met een cumulatieve incidentie van 32%. Kanker werd
gediagnostiseerd in beide tweelingen in 1383 monozygote tweelingparen en in
1933 dizygote tweelingparen, van wie 38% van de monozygote en 26% van de
dizygote tweelingparen gediagnostiseerd werden met hetzelfde type kanker. Er
was een excess risico van kanker in individuen van wie in de tweelingbroer of –zuster
kanker gediagnostiseerd was; dit cumulatieve risico bedroeg 37% in dizygote
tweelingparen en 46% in monozygote tweelingparen dus 5% respectievelijk 14%
hoger dan in het gehele cohort.
Voor de
meeste kankertypen waren er significante familale risico’s. De heritabiliteit
van kanker overall was 33%. Er was significante heritabiliteit van huidmelanoom
(58%) en maligniteiten van prostaat (57%), niet-melanoom huid (43%), ovarium
(39%), nier (38%), borst (31%) en corpus uteri (27%).
De
onderzoekers stellen dat informatie over erfelijke risico’s van kankertypen van
belang kan zijn voor de patiëntenvoorlichting.
1.Mucci LA, Hjelmborg JB, Harris JR et al.
Familial risk and heritability of cancer among twins in Nordic countries. JAMA
2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)