Anogenitaal
HPV-geassocieerd squamous cell carcinoma
of the anal canal (SCCAC) wordt vaak gezien in HIV-geïnfecteerde patiënten.
Na definitieve chemoradiotherapie worden hoge percentages locoregionaal falen (LRF)
gezien. In HPV-geassocieerd orofarynx SCC versterkt cetuximab de werkzaamheid
van radiotherapie. Prof. Joseph Sparano (Albert Einstein College of Medicine,
Bronx NY) en collega’s hebben onderzocht of toevoeging van cetuximab aan
chemoradiotherapie voor SCCAC in HIV-geïnfecteerde patiënten zou resulteren in
vermindering van LRF, vergeleken met historische data (drie-jaars LRF 35%). De fase 2-studie is online gepubliceerd in het Journal
of Clinical Oncology.1
Deelnemers
aan de studie waren 45 patiënten met stadium I-III SCCAC en HIV-infectie. Ze
kregen 45 tot 54 Gy radiotherapie naar de primaire tumor en regionale lymfeklieren
plus acht wekelijkse doseringen van cetuximab en twee cycli cisplatine en
fluorouracil. De drie-jaars LRF volgens definities en methoden consistent met
historische data was 20% (95%-bti 10% tot 37%). De drie jaars progressievrije
overleving was 72% (95%-bti 56% tot 84%) en de drie-jaars overall survival was 79% (95%-bti 63% tot 89%). Graad 4-toxiciteit
werd gezien in 26%, en 4% overleed aan behandelings-gerelateerde oorzaken.
De
onderzoekers concluderen dat HIV-geassocieerde SCCAC in potentie genezen kan
worden met definitieve chemoradiotherapie. Toevoeging van cetuximab vermindert
de LRF, maar het recidiefpercentage van 20% en het graad 4-toxiciteitpercentage
van 26% wijzen uit dat er behoefte is aan meer-werkzame en minder-toxische
behandelingen.
1.Sparano
JA, Lee JY, Palefsky J et al. Cetuximab
plus chemoradiotherapy for HIV-associated anal carcinoma: A phase II aids Malignancy
Consortium trial. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)