
De studie includeerde 120 RRMM-patiënten met een mediane leeftiojd van 65 jaar (range 39-82) en mediaan 2 eerdere lijnen behandeling (range 1-8). De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar arm A (DCdP) of arm B (DCd; toevoeging van P pas na progressie). De mediane follow-up was 19 maanden. De overall response rate was 88,6% in arm A versus 50,8% in arm B met zeer goede partiële respons of beter in 62,4% versus 28,8%. De mediane progressievrije overleving was 20,5 maanden in arm A versus 11,5 maanden in arm B. In arm B werd na progressie en toevoeging van P respons gezien in 58,3%, en een mediane PFS2 van 16,7 maanden (gemeten vanaf randomisatie). De tijd tot volgende therapie verschilde niet significant tussen beide armen (18,1 maanden in arm A versus 20,2 maanden in arm B). De mediane overall survival werd in geen van beide armen bereikt.
De onderzoekers concluderen dat DCdP voor RRMM resulteerde in impressieve ORR en veelbelovende PFS. Toevoegen van P pas na progressie op DCd resulteerde in aanvankelijk lagere ORR maar niet in langere tijd tot volgende behandeling. Deze sequentiële benadering verdient nadere studie.
1.Sebag M. ASH 2020, abstr. 413
Summary: A multicenter phase 2 study in Canada found ORR 88.6% and median PFS 20.5 months in RRMM patients receiving daratumumab-cyclosphosphamide-dexamethasone-pomalidomide (DCdP). In patients receiving only DCd the ORR was 50.8% and median PFS was 11.5 months. Addition of P after progression on DCd resulted in PFS2 16.7 months (from randomization).