Dr. Antonio
Palumbo (Universiteit van Turijn) en collega’s hebben een fase 2-studie
uitgevoerd van drie regimes voor patiënten van 75 jaar of ouder met
nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Leukemia.1 Ongeveer de helft
van de patiënten werd beschouwd als fragiel. De patiënten kregen subcutaan
bortezomib plus oraal prednison (VP, n=51), of VP plus cyclofosfamide (VCP,
n=51), of VP plus melfalan (VMP, n=50); alle gevolgd door bortezomib-onderhoudsbehandeling.
De respons
was 64% met VP, 67% met VCP, en 86% met VMP. Zeer goede partiële respons of
beter werd gezien in 26% met VP, 28,5% met VCP, en 49% met VMP. De mediane
progressievrije overleving was 14,0 maanden met VP; 15,2 maanden met VCP; en
17,1 maanden met VMP. De tweejaars overall survival was 60% met VP, 70% met
VCP, en 76% met VMP. Tenminste één medicatiegererateerde graad 3 of hoger
niet-hematologische bijwerking werd gezien in 22% met VP, 37% met VCP, en 33%
met VMP. Discontinuering vanwege bijwerkingen kwam voor in 12% met VP, 14% met
VCP, en 20% met VMP, en toxiciteitsgerelateerd overlijden binnen zes maanden
trof 4% met VP, 4% met VCP, en 8% met VMP. Bortezomib-onderhoudsbehandeling was
effectief en feasible.
De
onderzoekers concluderen dat er geen substantiële verschillen waren tussen de
drie regimes, maar dat gelet op de toxiciteitsuitkomsten een combinatie van
twee middelen de voorkeur kan hebben bij de behandeling van fragiele patiënten.
1.Larocca A, Bringhen S, Petrucci MT et al. A
phase 2 study of three low-dose intensity subcutaneous bortezomib regimens in
elderly frail patients with untreated multiple myeloma. Leukemia 2016; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)