Splanchnische
veneuze trombose (SVT) is een vasculaire complicatie van myeloproliferatieve
neoplasmen (MPN). Prof. Alessandro Vannucchi (Universiteit van Florence) en
collega’s hebben een fase 2-studie uitgevoerd van veiligheid en werkzaamheid van
ruxolitinib voor splenomaglie en ziekte-gerelateerde symptomen in patiënten met
MPN-geassocieerd SVT. De studie is online gepubliceerd in het American
Journal of Hematology.1
Deelnemers
aan de studie waren twaalf patiënten met myelofibrose, vijf patiënten met
polycythemia vera, en vier patiënten met essentiële trombocytemie. Negentien
van de patiënten hadden de JAK2V617F-mutatie,
één MPLW515L, en één CALRL367fs*46. Achttien patiënten hadden
spleno-portaal-mesenterische trombose, twee hadden Budd-Chiari syndroom, en één
patiënt had beide. De patiënten kregen ruxolitinib gedurende 24 weken. De
behandeling werd goed verdragen, met hematologische toxiciteiten die consistent
waren met wat is gezien in patiënten zonder SVT.
Het volume
van de milt werd bepaald met MRI. Na 24 weken behandeling was in zes van
eenentwintig patiënten (29%) het volume van de milt afgenomen met tenminste
35%. In dertien patiënten (62%) was de met palpatie bepaalde lengte van de milt
afgenomen met tenminste 50%. In acht van deze dertien patiënten hield deze
respons gedurende tenminste 72 weken aan. De MPN-gerelateerde symptomen
(MPN-SAF TSS-vragenlijst) verbeterden significant gedurende de eerste vier
weken van de behandeling en bleven vervolgens stabiel.
De
onderzoekers concluderen dat ruxolitinib veilig is in patiënten met
MPN-geassocieerd SVT, en werkzaam is voor het verminderen van de splenomegalie
en ziekte-gerelateerde symptomen.
1.Pieri
K, Paoli C, Arena U et al. Safety
and efficacy of ruxolitinib in splanchnic vein thrombosis associated with
myeloproliferative neoplasms. Am J Hematol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)