Ziektegerelateerde
symptomen kunnen resulteren in vermindering van de kwaliteit van leven van
CLL-patiënten die geen systemische therapie nodig hebben. In CLL-cellen is gezien
dat stimulering van de B-celreceptor resulteert in activering van JAK2, en in
myelofibrosepatiënten resulteerde de JAK2-remmer ruxolitinib in verbetering van
de klachten. Prof. Zeev Estrov (MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s
hebben de hypothese onderzocht dat ruxolitinib ook in CLL-patiënten
ziektegerelateerde klachten kan verbeteren. Uitkomsten
van de doorlopende fase 2-studie zijn online gepubliceerd in The Lancet Haematology.1
Deelnemers
waren patiënten van MD Anderson met nieuw-gediagnostiseerde (n=25) of eerder
behandelde (n=16) CLL die geen systemische therapie nodig hadden. Ze beantwoordden
voor inclusie en na drie maanden behandeling de Brief Fatigue Inventory (BFI), de CLL-module van de MD Anderson Symptom Inventory (MDASI),
en een vragenlijst over interferentie van de klachten met hun dagelijkse activiteiten.
De behandeling bestond uit oraal ruxolitinib 10 mg tweemaal daags. Na drie
maanden was de gemiddelde verandering ten opzichte van baseline 44,3% in de BFI-score (p<0,0001); 42,1% in de
MDASI-score (p<0,0001); en 43,3% in de interferentiescore (p<0,0001).
Tweeëndertig patiënten (78%) hadden tenminste 20% verbetering van de BFI-score,
en vierentwintig (59%) hadden tenminste twee eenheden afname op de schaal van
ergste vermoeidheid in de afgelopen 24 uur. De meest-voorkomende graad 3 of 4
adverse events waren neutropenie (n=2), hypertensie (n=2), slapeloosheid (n=1),
tinnitus en duizeligheid (n=1), en trombocytopenie (n=1).
De
onderzoekers concluderen dat ruxolitinib resulteert in significante
verbeteringen in ziektegerelateerde klachten van CLL-patiënten.
1.Jain P, Keating M, Renner S et al.
Ruxolitinib for symptom control in patients with chronic lymphocytic leukaemia:
a single-group, phase 2 trial. Lancet Haematol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)