Dacomitinib
is een tweedegeneratie EGFR-remmer, met een sterkere EGFR-remmende werking dan
eerstegeneratie-remmers zoals gefitinib en erlotinib. Het is denkbaar dat
dacomitinib een sterkere werkzaamheid heeft voor EGFR-mutatiepositief
niet-kleincellig longcarcinoom, maar ook meer bijwerkingen omdat het ook EGFR
in gezonde weefsels remt. De fase 3-studie ARCHER 1050 heeft deze hypothese
getest. Prof. Tony Mok (The Chinese University of Hong Kong) presenteert de studie vandaag op de ASCO Annual Meeting
in Chicago.1
ARCHER 1050
werd uitgevoerd in centra in China, Korea, Japan, Spanje, Italië, en Polen.
Deelnemers waren 452 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd stadium IIIB-IV of
recidiverend NSCLC met een EGFR-activerende mutatie. Ze werden gerandomiseerd
naar oraal dacomitinib 45 mg eenmaal daags (n=227) of oraal gefitinib 250 mg
eenmaal daags (n=227); de randomisatie geschiedde gestratificeerd naar ras en
EGFR-mutatie subtype. Het primaire eindpunt van de studie was
centraal-beoordeelde progressievrije overleving. Deze was mediaan 14,7 maanden
met dacomitinib versus 9,2 maanden met gefitinib (HR 0,59; p<0,0001). De
lokaal-beoordeelde mediane PFS was 16,6 maanden versus 11,0 maanden (HR 0,62;
p<0,0001). De centraal-beoordeelde respons was gelijk in beide armen (75%
versus 72%; p=0,39). De mediane duur van respons was 14,8 maanden versus 8,3
maanden (HR 0,40; p<0,0001). Overall
survival-uitkomsten zijn nog niet matuur. De meest-gerapporteerde graad 3 adverse events waren dermatitis
acneiforme (13,7% van de patiënten) en diarree (8,4%) met dacomitinib en
abnormale leverenzymactiviteit (8,5%) met gefitinib.
De
onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat dacomitinib een goede
eerstelijns optie kan zijn voor NSCLC met EGFR-activerende mutatie, met een manageable veiligheidsprofiel.
1.Mok T et al. ASCO Annual Meeting
2017; abstr. LBA9007
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)