Codeletie
van de chromosoomarmen 1p en 19q in anaplastisch glioom is geassocieerd met
betere respons op chemotherapie en langere overleving. De fase 3-studie CATNON
onderzocht de werkzaamheid van toevoegen van chemotherapie aan radiotherapie
voor anaplastisch glioom zonder deze codeletie. Prof. Martin van den Bent
(Erasmus MC) presenteert uitkomsten van CATNON vandaag op de ASCO Annual Meeting in Chicago.1
CATNON werd
uitgevoerd bij 118 centra in Europa, Noord-Amerika, en Australië. Deelnemers
aan de studie waren 748 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd graad III
anaplastisch glioom zonder 1p/19q-codeletie, 18 jaar of ouder, en met een WHO
performance status 0-2. Alle patiënten kregen radiotherapie (RT; 59,4 Gy in 33
fractie) en werden gerandomiseerd naar vier armen: alleen RT, RT met concurrent
temozolomide (TMZ, dagelijks 75 mg/m2), RT gevolgd door twaalf
vierweekse cycli adjuvant TMZ (150-200 mg/m2 op dag 1 tot en met 5),
of RT met zowel concurrent als adjuvant TMZ.
Het primaire
eindpunt van de studie was overall
survival. Van den Bent presenteert vandaag de uitkomsten voor de groep
patiënten met adjuvant TMZ (armen 3 en 4, n=373) versus de groep zonder
adjuvant TMZ armen 1 en 2, (n=372) bij interimanalyse na mediaan 27 maanden
follow-up (221 OS-gebeurtenissen). De mediane OS was 41,1 maanden in de groep
zonder adjuvant TMZ versus niet-bereikt in de groep met adjuvant TMZ; de
vijf-jaars overleving was 44,1% in de groep zonder adjuvant TMZ versus 55,9% in
de groep met adjuvant TMZ (HR 0,645; p=0,0014); en de mediane progressievrije
overleving was 19,0 maanden in de groep zonder adjuvant TMZ versus 42,8 maanden
in de groep met adjuvant TMZ (HR 0,586; p<0,0001).
De
onderzoekers concluderen dat twaalf cycli adjuvant TMZ resulteerde in betere OS
in patiënten met anaplastisch glioom zonder 1p/19q-codeletie. Verdere follow-up
moet de rol van concurrent TMZ ophelderen.
1.Van den Bent MJ et al. ASCO Annual Meeting 2016;
abstr. LBA2000
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)