Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Fase 3-studie van toevoegen van daratumumab aan VMP voor nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom

(0)2017-12-12 14:00   ( Nieuws )

Tags

ALCYONE-studie  

Dr. Maria-Victoria MateosEen standaard-behandeling voor patiënten met nieuw-gediagnostiseerd mulipel myeloom (NDMM) die niet in aanmerking komen voor transplantatie is bortezomib, melfalan, en prednison (VMP). Daratumumab (D) is een humaan anti-CD38 monoklonaal antilichaam met directe antitumor-activiteit, en in combinatie met VMP bewezen werkzaamheid voor recidiverend MM. De multinationale fase 3-studie ALCYONE onderzocht de werkzaamheid van D+VMP versus alleen VMP voor NDMM. Dr. Maria-Victoria Mateos (Academisch Ziekenhuis Salamanca, Spanje) presenteert de studie vandaag in de Late Breaking Abstracts sessie van de ASH Annual Meeting in Atlanta.1



De studie includeerde 706 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder, of anderszins niet in aanmerking komend voor transplantatie. De mediane leeftijd was 71 jaar (range 40 tot 93 jaar); 29% was ouder dan 74 jaar; 46,3% waren mannen; 74,9% had een ECOG performance status 1 of hoger; 19,3%, 42,4%, en 38,4% waren ISS stadium I, II, en III. Van de 616 patiënten die karyotypering konden ondergaan was 84,1% standaard-risico en 15,9% hoog-risico. Alle patiënten kregen maximaal negen 6-weekse cycli VMP. Ze werden gerandomiseerd naar wel (n=350) of niet (n=356) toevoegen van D aan VMP, in de D+VMP arm gevolgd door D-onderhoud tot ziekteprogressie optrad.

Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat bij mediaan 16,5 maanden follow-up de HR voor PFS 0,50 bedroeg (p<0,0001). De mediane PFS was niet-bereikt in de D+VMP arm versus 18,1 maanden in de VMP-arm. Het PFS-profijt van toevoegen van D aan VMP werd gezien in alle geprespecificeerde subgroepen, waaronder leeftijd hoger dan 74 jaar, ISS stadium III, en hoog-risico cytogenetica. De ORR (90,9% versus 73,9%), ≥VGPR (71,1% versus 49,7%), ≥CR (42,6% versus 24,4%), en MRD-negativiteit (22,3% versus 6,2%) waren alle beter in de D+VMP arm dan in de VMP-arm. De overall survival data waren nog niet matuur. Er waren tussen de armen geen belangrijke verschillen in graad 3 of 4 adverse events, met uitzondering van pneumonie (11,3% versus 4,9%) en infecties (23,1% versus 14,7%).

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van D aan VMP voor transplant ineligible NDMM resulteerde in significante verbetering van PFS. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

1. Mateos M-V et al. ASH Annual Meeting, abstr. LBA-4

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren