
Tussen oktober 2015 en oktober 2017 includeerde de studie 3494 deelnemers: 115 in het cohort met maag/slokdammaligniteit, 950 in het cohort met colorectaalcarcinoom, 1675 in het cohort met mammacarcinoom, en 754 in het cohort met prostaatcarcinoom. Gegevens aan het eind van de run-in fase waren beschikbaar voor 2253 patiënten, van wie 2148 (95%) gebruik van zes of zeven 100-mg tabletten per week rapporteerden. Elf van de 2253 patiënten (0,5%) rapporteerden graad 3-toxiciteit tijdens de run-in periode; in het cohort met maag/slokdarm-maligniteiten waren geen patiënten die gastroïntestinale bloeding rapporteerden. De meest-frequente graad 1-2 toxiciteit in alle patiënten tezamen was dyspepsie (11% van de patiënten).
De onderzoekers concluderen dat aspirine goed verdragen werd na radicale therapie voor maligniteiten. De toxiciteit was laag, en er waren geen aanwijzingen voor verschillen in adherentie of toxiciteit tussen de vier cohorten.
1.Joharatnam-Hogan N, Cafferty F, Hubner R et al. Aspirin as an adjuvant treatment for cancer: feasibility results from the Add-Aspirin randomised trial. Lancet Gastroenterol Hepatol 2019; epub ahead of print
Summary: The open-label run-in phase of the Add-Aspirin randomised trial found that aspirin 100 mg once daily was well-tolerated after radical cancer therapy. The toxicity was low, and there was no evidence of a difference in adherence or toxicity between the four cohorts (gastro-oesophageal, colorectal, breast and prostate cancer).