
Deelneemsters aan de studie waren chemo- en radiotherapie-naïeve cervixcarcinoompatiënten van centra in vier landen. Ze kregen gefractioneerde radiotherapie en wekelijks cisplatine 40 mg/m2 gedurende vijf weken. Ze werden gerandomiseerd naar intraveneus fosaprepitant 150 mg (n=118) of placebo (n=116) in combinatie met intraveneus palonosetron 0,25 mg en oraal dexamethason 16 mg voor iedere toediening van cisplatine. Alle patiënten kregen dexamethason op dagen twee tot en met vier.
Het primaire eindpunt van de studie was het percentage patiënten met aanhoudend geen emesis tijdens vijf weken behandeling. Dit eindpunt werd bereikt door 65,7% (95%-bti 42,2-89,2%) in de fosaprepitantgroep versus 48,7% (95%-bti 25,2-72,2%) in de placebogroep. Er was een significant lager cumulatief risico van emesis met fosaprepitant dan met placebo (subhazard ratio 0,58; p=0,008). De behandelingen werden over het algemeen goed verdragen; er waren geen graad 3-bijwerkingen gerelateerd aan de studiemedicatie. Er was slechts één patiënt met een graad 4-bijwerking (neutropenie, in de fosaprepitantgroep).
De onderzoekers concluderen dat de NK-1 receptorantagonist fosaprepitant in combinatie met palonosetron en dexamethason werkzaam was voor de preventie van emesis in patiënten die vijf weken chemoradiotherapie kregen voor cervixcarcinoom.
1.Ruhlmann CH, Christensen TB, Dohn LH et al. Efficacy and safety of fosaprepitant for the prevention of nausea and emesis during 5 weeks of chemoradiotherapy for cervical cancer (the GAND-emesis study): a multinational, randomised, placebo-controlled, double-blind, phase 3 trial. Lancet Oncol 2016; epub ahead of print