
De analyse includeerde 1516 overlevers, in de mediane leeftijd van 30,8 jaar en mediaan 22,0 jaar na de diagnose van de maligniteit. De prevalentie van LCF in het cohort was 6,9% en de prevalentie van LCD 14,7%. Onafhankelijke risicofactoren voor LCF waren leeftijd 26 jaar of ouder bij de bepaling van testosteron en LH-gehalten, radiotherapie naar de testes (any dose), en alkylerende chemotherapie in cyclofosfamide-equivalente dosering 4000 mg/m2 of hoger. Het risico van LCF nam toe met hogere leeftijd, hogere radiotherapiedosering en hogere chemotherapiedosering. LCF was significant geassocieerd met abdominale obesitas, erectiedysfunctie, spierzwakte, en all-cause mortaliteit. LCD was geassocieerd met unilaterale orchiëctomie en dezelfde risicofactoren als die voor LCF; er waren geen significante associaties tussen LCD en ongunstige gezondheidsuitkomsten.
De onderzoekers concluderen dat hogere leeftijd, radiotherapie naar de testes, en blootgestaan hebben aan alkylerende middelen risicofactoren waren voor LCF en LCD in overlevers van childhood cancer. LCF was geassocieerd met ongunstige fysieke en psychoseksuele uitkomsten.
1.Chemaitilly W, Liu Q, van Iersel L et al. Leydig cell function in male survivors of childhood cancer: a report from the St Jude Lifetime Cohort Study. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis in the St Jude Lifetime Cohort investigated Leydig cell failure (LCF; testosteron lower than 8.67 nmol/l and LH higher than 9.85 IU/l) and Leydig cell dysfunction (LCD; testosteron 8,67 nmol/l or higher and LH higher than 9,85 IU/l) in survivors of childhood cancer at a median of 22.0 years after cancer diagnosis. The prevalence of LCF and LCD was 6.9% and 14.7%, respectively. Older age, testicular radiotherapy, and having been exposed to alkylating agents were associated with both LCF and LCD. LCF was associated with adverse physical and psychsexual outcomes.