
In de literatuur (1980-2016) vonden de onderzoekers 35 studies voor mammacarcinoom, 19 voor coloncarcinoom, 55 voor diabetes, 43 voor ischemische hartziekte, en 26 voor beroerte (sommige publicaties rapporteerden meerdere uitkomsten). Uit de meta-analyse blijkt consistent dat hogere niveaus van fysieke activiteit geassocieerd zijn met lagere risico’s van de aandoeningen, maar dat belangrijke gezondheidswinst pas behaald wordt bij fysieke activiteit die substantieel hoger is dan wat door de WHO wordt aanbevolen, te weten pas bij 3000 tot 4000 MET-minuten per week. Drieduizend MET-minuten per week komt overeen met dagelijks tien minuten trappen klimmen, vijftien minuten stofzuigen, twintig minuten tuinieren, twintig minuten rennen, en vijfentwintig minuten lopen of fietsen.
Deze figuur toont de continue risicocurves voor associaties tussen fysieke activiteit en de vijf aandoeningen. Vergeleken met niet-voldoende fysiek actieve personen (<600 MET-minuten per week) bedraagt de risicoreductie in personen met hoge fysieke activiteit (>8000 MET-minuten per week) 14% voor mammacarcinoom (RR 0,863; 95%-bti 0,829-0,900) voor mammacarcinoom en 21% voor coloncarcinoom (RR 0,789; 95%-bti 0,735-0,850).
De onderzoekers concluderen dat voor de vijf onderzochte aandoeningen gezondheidwinst verwacht mag worden bij fysieke activiteit die aanzienlijk hoger is dan het door de WHO aanbevolen niveau.
1.Kyu HH, Bacman VF, Alexander LT et al. Physical activity and risk of breast cancer, colon cancer, diabetes, ischemic heart disease, and ischemic stroke events: systematic review and dose-response meta-analysis for the Global Burden of Disease Study 2013. BMJ 2016; epub ahead of print