
De patiënten rapporteerden ten tijde van de diagnose (baseline; n=3060) en drie jaar later (FU3; n=1371) hun gebruikelijke PA-niveau. Patiënten met baseline PA-niveau dat voldeed aan de richtlijnen van de American Cancer Society hadden superieure overlevingsuitkomsten vergeleken met patiënten met lager PA-niveau: overall survival HR 0,82 (95%-bti 0,72-0,94), lymfoom-specieke overleving HR 0,74 (95%-bti 0,61-0,90), en gebeurtenisvrije overleving HR 0,92 (95%-bti 0,82-1,02). Patiënten met FU3-PA niveau dat voldeed aan de ACS-richtlijnen hadden vanaf FU3 gerekend eveneens betere uitkomsten dan patiënten met lagere FU3-PA: OS HR 0,64 (95%-bti 0,46-0,88), LSS HR 0,32 (95%-bti 0,18-0,59), en EFS HR 0,82 (95%-bti 0,61-1,10). Toename in PA tussen baseline en FU3 (vergeleken met stabiele PA) was geassocieerd met betere OS (HR 0,70; 95%-bti 0,49-1,00) en LSS (HR 0,49; 95%-bti 0,26-0,94).
De onderzoekers concluderen dat hogere PA in lymfoompatiënten, zowel bij diagnose als drie jaar later, geassocieerd was met betere OS, LSS, en EFS. Verhoging van de PA na de diagnose was geassocieerd met significante verbetering van OS en LSS.
1.Pophali PA, Ip A, Larson ME et al. The association of physical activity before and after lymphoma diagnosis with survival outcomes. Am J Hematol 2018; epub ahead of print
Summary: A multicenter study in the USA showed that higher physical activity among lymphoma patients at diagnosis and three years later was significantly associated with overall survival, lymphoma-specific survival, and event-free survival. Increasing physical activity after diagnosis was significantly associated with improved OS and LSS.