
De studie includeerde alle patiënten (leeftijd achttien tot en met honderd jaar) die tussen begin 1996 en eind 2014 in Denemarken OACs kregen voor AF (n=125.418). Gedurende maximaal drie jaar follow-up werd in 2576 patiënten lagere GI-bloeding gezien, onder wie 140 met een CRC-diagnose binnen een jaar na de bloeding. Het absolute één-jaars risico van CRC na lagere GI-bloeding liep uiteen van 3,7% (95%-bti 2,2-6,2) voor patiënten in de leeftijd van 65 jaar en jonger tot 8,1% (95%-bti 6,1-10,6) voor patiënten in de leeftijd van 76 tot en met 80 jaar. Vergelijking van patiënten met en zonder lagere-GI bloeding liet verhoogd CRC-risico zien in alle leeftijdsgroepen, met RR 24,2 (95%-bti 14,5-40,4) in de groep van patiënten 65 jaar en jonger, en RR 12,3 (95%-bti 7,9-19,0) in de groep patiënten ouder dan 85 jaar.
De onderzoekers concluderen dat in de groep patiënten die OACs krijgen voor AF lagere GI-bloeding geassocieerd was met hoge absolute CRC-risico’s. Lagere-GI bloeding dient niet zonder meer te worden gezien als benigne consequentie van OAC-therapie.
1.Rasmussen PV, Dalgaard F, Gislason GH et al. Gastrointestinal bleeding and the risk of colorectal cancer in anticoagulated patients with atrial fibrillation. Eur Heart J 2020; epub ahead of print
Summary: A multicenter study in Denmark found that in patients receiving anticoagulation for atrial fibrillation, lower GI-bleeding conferred high absolute risks of incident colorectal cancer. Lower GI-bleeding should not be dismissed as a benign consequence of oral AC therapy but always examined for a potential underlying malignant cause.