Er zijn
aanwijzingen dat ACE-remmers en angiotensinereceptorblokkers (ARBs) een gunstig
effect kunnen hebben op afwijkingen in de angiogenese en disregulate van de
inflammatoire respons. Dr. Zachary Morris (University of Wisconsin, Madison) en
collega’s hebben de hypothese getoetst dat deze medicaties de respons van
rectumcarcinoom op neoadjuvante radiotherapie beïnvloeden. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Cancer.1
De studie is
uitgevoerd in twee onafhankelijke cohorten: een cohort van 115 patiënten die
tussen 1999 en 2013 in Madison neoadjuvante radiotherapie kregen, en een cohort
van 186 patiënten die tussen 1995 neoadjuvant radiotherapie kregen bij de
University of Hawaii. Onder de patiënten in Madison was gebruik
van ACE-remmers of ARBs geassocieerd met een verdrievoudigd percentage van
patiënten met pathologische complete respons (52% versus 17%; p=0,001). Onder
de patiënten in Hawaii was gebruik
van ACE-remmers of ARBs geassocieerd met een verdubbeld percentage met pCR (24%
versus 12%; p=0,03). Afgezien van het gebruik van ACE-remmers en ARBs waren er
geen belangrijke verschillen in patiënt- of behandelingskenmerken tussen de
groepen met en de groepen zonder ACE-remmers en ARBs. Gebruik van statines,
metformine, en aspirine was niet geassocieerd met de respons op neoadjuvante
radiotherapie. In multivariate analyse van de geaggregeerde datasets was
gebruik van ACE-remmers of ARBs een sterke voorspeller vanpCR (OR 4,02;
p<0,001).
De
onderzoekers concluderen dat gebruik van ACE-remmers of ARBs onder patiënten
met rectumcarcinoom geassocieerd is met significante verhoging van het
percentage patiënten met pCR.
1.Morris ZS, Saha S,
Magnuson WJ et al. Increased tumor response to neoadjuvant therapy among rectal
cancer patients taking angiotensin-converting enzyme inhibitors or angiotensin
receptor blockers. Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)