Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Gebruik van mentale gezondheidszorg voor en na curatieve behandeling voor blaascarcinoom


Prof. Christopher BoothPatiënten met blaascarcinoom kunnen mental health distress ervaren. Gebruik van mentale gezondheidszorg (MHS) kan de magnitude van dit probleem kwantificeren. Een retrospectieve studie in Ontario (Canada) heeft MHS-gebruik onder patiënten die behandeling met curatieve intentie voor blaascarcinoom ondergingen geïnventariseerd. Prof. Christopher Booth (Queen’s University, Kingston) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1

De studie includeerde alle patiënten die tussen begin 2004 en eind 2013 cystectomie (n=3332) of radiotherapie (n=964) met curatieve intentie ondergingen voor blaascarcinoom. Baseline MHS-gebruik werd gedefinieerd als vanwege mentale problemen bezoeken van huisarts, psychiater, afdeling spoedeisende hulp, of hospitalisatie tussen twee jaar en drie maanden voor begin van de behandeling; peri-treatment MHS-gebruik werd gedefinieerd als gebruik tussen drie maanden voor en drie maanden na begin van de behandeling; en post-treatment MHS-gebruik als gebruik tussen drie maanden en twee jaar na begin van de behandeling.

Vergeleken met baseline MHS-gebruik was gebruik in de peri-treatment (gecorrigeerd RR 1,64; 95%-bti 1,48-1,82) en post-treatment (1,45; 1,30-1,63) perioden verhoogd. Aan het eind van de twee-jaars periode had 24,6% (95%-bti 23,4-25,9) van de patiënten MHS gebruikt. Patiënten met baseline MHS-gebruik hadden vergeleken met patiënten zonder baseline MHS-gebruik substantieel hoger MHS-gebruik in de peri-treatment (aRR 5,77; 95%-bti 4,86-6,86) en post-treatment (4,58; 3,78-5,55) perioden. Vrouwelijke patiënten hadden overall hoger MHS-gebruik, maar onder mannen nam het verschil tussen baseline en post-treatment sterker toe (p voor interactie 0,02). Mannen hadden statistisch significante toename van MHS-gebruik na zowel cystectomie als radiotherapie; onder vrouwen na het gebruik alleen significant toe na chirurgie.

De onderzoekers concluderen dat MHS-gebruik veel voorkomt onder patiënten die behandeling voor blaascarcinoom ondergaan, met name in de peri-treatment periode. Screening op mentale-gezondheidsproblemen in deze populatie is gewenst.

1.Raphael MJ, Griffiths R, Peng Y et al. Mental health resource use among patients undergoing curative intent treatment for bladder cancer. J Natl Cancer Inst 2021; epub ahead of print

Summary: A retrospective study in Ontario found that use of mental healt service is common among patients undergoing curative-intent treatment for bladder cancer, particularly in the peri-treatment period.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren