
De studie is gebaseerd op linkage tussen de Noorse Kankerregistratie en de Noorse database van voorgeschreven geneesmiddelen. De onderzoekers bepaalden voor 2614 patiënten met een PDAC-diagnose tussen begin 2007 en eind 2014 het gebruik van geselecteerde geneesmiddelen op het moment van diagnose. Tijdens de follow-up overleden 2096 patiënten (80,2%) aan pancreascarcinoom, met een mediane overleving van zes maanden. De 621 gebruikers van statines hadden lagere mortaliteit dan de 1993 niet-gebruikers (HR 0,86; 95%-bti 0,76-0,97); deze associaties was meer uitgesproken voor de 37 gebruikers van hydrofiele statinen (versus niet-statinegebruikers 0,61; 0,42-0,90) dan voor de 587 gebruikers van lipofiele statinen (0,87; 0,78-0,98). Er was een statistisch niet-significante associatie tussen gebruik van niet-selectieve β-blokkers (n=113) en lagere mortaliteit (HR 0,85; 95%-bti 0,69-1,05). In vergelijking met gebruik van andere antihypertensiva (n=643) was gebruik van niet-selectieve β-blokkers geassocieerd met lagere mortaliteit (HR 0,67; 95%-bti 0,47-0,96). Er waren geen PDAC-mortaliteitsassociaties met gebruik van selectieve β-blokkers of metformine.
De onderzoekers concluderen dat de studie een assocatie suggereert tussen gebruik van statinen of niet-selectieve β-blokkers en PDAC-mortaliteit. Er zijn prospectieve gerandomiseerde studies nodig om causaliteit van deze assocatie te bewijzen.
1.Støer NC, Bouche G, Pantziarka P et al. Use of non-cancer drugs and survival among patients with pancreatic adenocarcinoma: a nationwide registry-based study in Norway. Acta Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: A registry-based study in Norway found that among patients with pancreatic ductal adenocarcinoma use of statins and non-selective beta-blockers was association with reduced mortality.