In veel landen met moderne gezondheidszorg is het risico van lokaal recidief na borstsparende chirurgie (BCS) gevolgd door radiotherapie voor vroeg-stadium mammacarcinoom de laatste decennia sterk afgenomen. De fase 3-studie UK IMPORT LOW was een non-inferioriteitsstudie van gedeeltelijke-borst radiotherapie (PBRT; gericht naar de omgeving van de oorspronkelijke tumor) versus gehele-borst radiotherapie (WBRT). Dr. Charlotte Coles (University of Cambridge) en collega’s publiceren de studie online in The Lancet.¹

De studie is uitgevoerd in dertig RT-centra in het Verenigd Koninkrijk. Deelneemsters waren vrouwen in de leeftijd van vijftig jaar of ouder die BCS hadden ondergaan voor unifocaal invasief ductaal adenocarcinoom graad I tot en met III, met tumorgrootte 3 cm of kleiner (pT1-2), maximaal drie positieve okselklieren (pN0-1), en marges van tenminste 2 mm. Ze werden 1:1:1 gerandomiseerd naar 40 Gy WBRT (controle, n=673), 36 Gy WBRT (verlaagde-dosering; n= 673), of 40 Gy PBRT (partial-breast; n=669). Het primaire eindpunt was ipsilateraal lokaal recidief.

De mediane follow-up was 72,2 maanden. De vijf-jaars cumulatieve incidentie van ipsilateraal recidief was 1,1% in de controlegroep; 0,2% in de verlaagde-dosering groep; en 0,5% in de partial-breast groep. Het optreden van adverse events was niet significant verschillend na verlaagde-dosering en partial-breast radiotherapie, maar voor beide behandelingen significant lager dan na WBRT.

De onderzoekers concluderen dat zowel verlaagde-dosering radiotherapie als gedeeltelijke-borst radiotherapie niet-inferieur waren aan standaard WBRT, althans wat betreft het risico van lokaal recidief na BCS voor vroeg-stadium mammacarcinoom.

1. Coles CE, Griffin CL, Kirby AM et al. Partial-breast radiotherapy after breast conservation surgery for patients with early breast cancer (UK IMPORT LOW trial): 5-year results from a multicentre, randomised, controlled, phase 3, non-inferiority trial. Lancet 2017; epub ahead of print