In recente observationale studies zijn associaties gezien tussen gebruik van androgeendeprivatietherapie (ADT) voor prostaatcarcinoom en het risico van dementie. Dr. Laurent Azoulay (Université McGill, Montreal) en collega’s hebben deze associatie onderzocht in een groot cohort. De analyse is online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.¹ Op basis van gegevens van de United Kingdom’s Clinical Practice Research Datalink stelden de onderzoekers een cohort samen van 30.903 mannen met een nieuwe diagnose niet-metastatisch prostaatcarcinoom tussen 1 april 1988 en 30 april 2015; met follow-up tot 30 april 2016. Gedurende gemiddeld 4,3 jaar follow-up (SD 3,6 jaar) werd in 799 deelnemers een nieuwe diagnose dementie dementie gesteld (incidentie 6,0 per 1000 persoonsjaren).

Vergeleken met patiënten die geen ADT kregen waren ADT-gebruikers ouder, hadden een hogere waarschijnlijkheid ooit gerookt te hebben, en hadden een hogere waarschijnlijkheid van hogere PSA-niveaus en hogere prevalentie van comorbiditeiten. De incidentie van dementie was 4,4 per 1000 persoonsjaren in de niet-ADT-gebruikers versus 7,4 per 1000 persoonjaren in de ADT-gebrukkers (HR 1,59). Na correctie voor leeftijd was de HR 1,03; en na correctie voor alle verstorende variabelen 1,02 (95%-bti 0,87-1,19). Deze figuur toont de uitkomsten van de primaire analyse en de gevoeligheidsanalyses.

De onderzoekers concluderen dat in deze bevolkings-gebaseerde studie geen aanwijzingen zijn gezien voor een associatie tussen ADT en het risico van dementie.

1.Khosrow-Khavar F, Rej S, Yin H et al. Androgen deprivation therapy and the risk of dementia in patients with prostate cancer. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print