Er zijn veel
polygene risicpscores (PRSs) voor mammacarcinoom, maar hun generaliseerbaarheid
voor uiteenlopende klinische settings in niet bekend. Een cohortstudie van een
multicenter research consortium heeft de generaliseerbaarheid van PRSs die zijn
ontwikkeld voor vrouwen van Europese etniciteit voor zwarte en
Latijns-Amerikaanse (Latinx) vrouwen geïnventariseerd. Dr. Chunhua Weng (Columbia University, New
York) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1
De studie is
gebaseerd op gegevens van 39.591 vrouwen (33.594 Europees, 3801 zwart, en 2196
Latinx) in het Electronic Medical Records
and Genomics netwerk van negen centra in de Verenigde Staten. De
onderzoekers bepaalden de associaties tussen zeven bestaande PRSs en het risico
van mammacarcinoom, gecorrigeerd voor leeftijd, centrum, familiegeschiedenis
van mammacarcinoom, en etniciteit. De gemiddelde leeftijd op het moment van
diagnose was 60,7 ±13,0 jaar voor de Europese vrouwen, 58,5 ± 12,5 jaar voor de
zwarte vrouwen, en 60,1 ± 13,0 jaar voor de Latinx vrouwen. De figuur laat zien dat de PRSs die waren ontwikkeld voor vrouwen van Europese
etniciteit geassocieerd waren met risico van mammacarcinoom in de Europese
vrouwen (hoogste PR per 1-SD toename 1,46; 95% 1,41-1,51), Latinx vrouwen (1,31;
1,09-1,58), en zwarte vrouwen (1,19; 1,05-1,35).
De
onderzoekers concluderen dat PRS-modellen voor mammacarcinoom die zijn
ontwikkeld voor vrouwen van Europese etniciteit goed generaliseerbaar waren
voor zwarte en Latinx vrouwen, zij het dat de effectgrootten kleiner waren voor
de zwarte vrouwen.
1.Liu
C, Zeinomar N, Chung WK et al. Generalizability
of polygenic risk scores for breast cancer among women with European, African,
and Latinx ancestry. JAMA Network Open 2021;4:e2119084
Summary: A cohort study found that polygenic risk score models for breast cancer derived
from women with European ancestry generalized well for women with European,
Latinx, and African ancestries across different clinical setting, although the
effect sizes for women with African ancestry were smaller, likely because of
differences in risk allele frequencies and linkage disequilibrium patterns.
These results highlight the need to improve representation of diverse
population groups, particularly women with African ancestry, in genomic
research cohorts.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)