
Tussen begin 2008 en eind 2018 werden in MSKCC 450 EOPC-patiënten behandeld. De mediane overall survival was 16,3 maanden (95%-bti 14,6-17,7) in het gehele cohort en 11,3 maanden (95%-bti 10,2-12,2) onder patiënten met stadium IV ziekte bij diagnose. Honderdtweeëndertig patiënten (29,3%) ondergingen somatisch testen; 21 van 132 patiënten (15,9%) hadden RAS-wildtype maligniteiten met verscheiden actionabele veranderingen, waaronder veranderingen in ETV6-NTRK3 en mismatch repair deficiency. Honderdachtendertig patiënten (30,7%) ondergingen kiemlijntesten; 44 van 138 patiënten (31,9%) hadden een pathogene kiemlijnvariant (PGV). Onder de patiënten die tussen begin 2015 en eind 2018 werden gezien hadden 30 van 193 (15,5%) een PGV. Patiënten met een PGV hadden na correctie voor stadium en jaar van diagnose lagere all-cause mortaliteit dan patiënten zonder PGV (HR 0,42; 95%-bti 0,26-0,69).
De onderzoekers concluderen dat PGVs werden aangetroffen in een substantiële minderheid van de EOPC-patiënten, en dat actionabele somatische varianten frequent werden geïdentificeerd.
1.Varghese AM, Singh I, Singh R et al. Early-onset pancreas cancer: clinical descriptors, genomics, and outcomes. J Natl Cancer Inst 2021; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) found pathogenic germline variants in 31.9% of patients with early-onset pancreas cancer. Actionable somatic alterations were identified frequently in EOPC, enriched in the RAS wild-ype subgroup.