
De onderzoekers vergeleken de frequenties van somatische verandering in prostaatcarcinomen in vier openbare datasets met tezamen 250 AFR en 611 EUR Amerikaanse mannen en in een gerichte sequencing dataset van een commercieel platform van 436 AFR en 3018 EUR Amerikaanse mannen. Mutaties in ZFHX3 en focale deleties in ETV3 waren meer frequent in tumoren van AFR mannen. TP53-mutaties waren geassocieerd met hogere Gleason score. MYC-amplificaties waren meer frequent in tumoren van AFR mannen met metastatisch prostaatcarcinoom, terwijl PTEN-deleties en rearrangement van TMPRSS2-ERG minder frequent waren in tumoren van AFR mannen. KMT2D-truncaties en CCND1-amplificaties waren meer frequent in primair prostaatcarcinoom van AFR mannen. Er waren geen significante verschillen tussen beide groepen in genomische kenmerken die invloed zouden kunnen hebben op klinische keuzen, inclusief tumormutatiebelasting, MSI-status, en genomische veranderingen in DNA-schadeherstelgenen, CDK12, en AR.
De onderzoekers concluderen dat de analyse enige nieuwe verschillen tussen tumoren van AFR mannen en van EUR mannen heeft geïdentificeerd, maar dat de frequenties van genomische veranderingen in therapeutische targets vergelijkbaar waren, hetgeen suggereert dat bestaande precisiegeneeskundige benaderingen even profitabel zouden zijn als ze in gelijke mate beschikbaar zouden zijn.
1.Koga Y, Song H, Chalmers ZR et al. Genomic profiling of prostate cancers from men with African and European ancestry. Clin Cancer Res 2020; epub ahead of print
Summary: Analysis of genomic alterations in prostate cancers from men with African and European ancestry identified some novel differences between the two groups, but the frequences of genomic alterations in current therapeutic targets for prostate cancer were similar, suggesting that existing precision medicine approaches could be equally beneficial if applied equitably.