
Voor alle patiënten tezamen was de vijf-jaars OS 51,4% en de vijf-jaars HNC-specifieke overleving 57,4%. De vijf-jaars OS en HNC-specifieke overleving waren 50,3% en 54,6% voor patiënten met mondholtecarcinoom, 41,1% en 45,4% voor patiënten met orofarynxcarcinoom, 35,0% en 37,1% voor patiënten met hypofarynxcarcinoom, en 63,9% en 72,3% voor patiënten met larynxcarcinoom. Hogere leeftijd en gevorderd stadium waren voorspellers van slechtere OS en slechtere HNC-specifieke overleving. In patiënten met larynxcarcinoom was laag opleidingsniveau een voorspeller van slechtere OS (high school of lager versus college HR 2,54; 95%-bti 1,01-6,38), en was prediagnostisch gebruik van alcohol prognostisch voor zowel OS (wel versus niet HR 1,73; 95%-bti 1,16-2,58) als voor HNC-specifieke overleving (HR 2,11; 95%-bti 1,22-3,66). In patiënten met orofarynxcarcinoom was prediagnostisch roken een onafhankelijke prognostische factor voor OS. In patienten met mondholtecarcinoom was de intensiteit van prediagnostisch roken een anafhankelijke prognostische factor voor OS (meer dan twintig sigaretten per dag versus geen HR 1,41; 95%-bti 1,03-1,92).
De onderzoekers concluderen dat OS en HNC-specifieke overleving verschillen met de locatie van de maligniteit. De analyse heeft verschillende factoren geïdentificeerd die geassocieerd zijn met de prognose van HNC-patiënten.
1. Giraldi L, Leoncini E, Pastorino R et al. Alcohol and cigarette consumption as predictors of mortality in patients with head and neck cancer: a polled analysis within the Internaiona;l Head and Neck Cancer Epidemiology (INHANCE) Consortium. Ann Oncol 2017; epub ahead of print