
Fase 1b includeerde 27 patiënten die oraal tepotinib kregen in oplopende doseringen. Er waren geen doseringslimiterende toxiciteiten. Als aanbevolen fase 2-dosering werd gekozen voor tepotinib 500 mg eenmaal daags. In fase 2 werden 90 patiënten 1:1 gerandomiseerd naar tepotinib (n=45) of sorafenib 400 mg tweemaal daags (n=45). Het primaire eindpunt van fase 2 was centraal-beoordeelde tijd tot progressie. De figuur laat zien dat de TTP significant langer was met tepotinib dan met sorafenib (mediaan 2,9 versus 1,4 maanden; HR 0,42; p=0,0043). Graad 3 en hoger adverse events werden gezien 29% van de patiënten in de tepotinibgroep versus 46% van de patiënten in de sorafenibgroep.
De onderzoekers concluderen dat tepotinib goed verdragen werd en vergeleken met sorafenib resulteerde in langere TTP onder Aziatische patiënten met aHCC met MET-overexpressie.
1.Ryoo B-Y, Cheng A-L, Ren Z et al. Randomised phase 1b/2 trial of tepotinib vs sorafenib in Asian patients with advanced hepatocellular carcinoma with MET overexpression. Br J Cancer 2021; epub ahead of print
Summary: A randomized phase 1b-2 study in China,South Korea, and Taiwan compared the highly selective MET inhibitor tepotinib versus the non-selective multikinase inhibitor sorafenib for treatment-naïve advanced hepatocellular carcinoma with MET overexpression. In phase 1b no dose limiting toxities were observed with tepotinib. In phase 2 tepotinib had superior activity compared with sorafenib.