Deelnemers aan de studie waren 447 patiënten na complete resectie van cholangiocarcinoom of galblaascarcinoom, inclusief eventuele lever-en pancreasresectie, met ECOG performance status 2 of lager , en adequate nier-, hematologische, en leverfunctie. De mediane leeftijd was 63 jaar (IQR 55 tot 69 jaar). De primaire ziekte was intrahepatisch in 19%, hilair in 28%, extrahepatisch cholangiocarcinoom in 35%, en spierinvasief galblaascarcinoom in 18%. In 62% van de patiënten was de resectie R0 en in 38% R1.
De patiënten werden tussen begin 2006 en eind 2014 in 44 centra in het UK gerandomiseerd naar acht cycli capecitabine (1250 mg/m2 op dagen 1 tot en met 14 van 21-daagse cycli; n= 223) of observatie (n=224). De follow-up was tenminste 36 maanden in meer dan 80% van de overlevende patiënten. Het primaire eindpunt van de studie was OS. In de ITT-analyse was de mediane OS 51 maanden met capecitabine versus 36 maanden met observatie (HR 0,80; p=0,097). In de per protocol analyse (capecitabine n-210; observatie n=220) was de mediane OS 53 maanden met capecitabine versus 36 maanden met observatie (HR 0,75; p=0,028). Graad 3 en 4 toxiciteit was ‘less than anticipated’.
De onderzoekers concluderen dat adjuvant capecitabine de OS in BTC verbeterde.
1.Primrose JN et al. ASCO Annual Meeting 2017; abstr. 4006