Ondanks
verbeteringen in de postoperatieve therapie voor geresecteerd pancreas ductaal
adenocarcinoom (PDAC) blijft de prognose slecht. Een gerandomiseerde fase
II/III-studie in Japan vergeleek neoadjuvante chemotherapie met gemcitabine
plus S-1 (NAC-GS) voor PDAC met upfront chirurgie (Up-S). Prof. Michiaki Unno
(Tohoku Universiteit, Sendai) presenteert de studie vandaag op het Gastrointestinal
Cancers Symposium van ASCO in San Francisco.1
De studie,
uitgevoerd in 57 centra, includeerde patiënten met resectabel PDAC. Ze werden
gerandomiseerd naar NAC-GS (twee cycli, n=182) of Up-S (n=180). In beide armen
kregen patiënten na curatieve resectie en volledig herstel van de ingreep
binnen tien weken adjuvante S-1 chemotherapie voor de duur van zes maanden. Het
primaire eindpunt van de studie was overall
survival. De mediane OS was 36,7 maanden met NAC-GS versus 26,6 maanden met
Up-S (HR 0,72; p=0,015). Graad 3 of 4 adverse
events werden gezien in 72,8% van de NAC-GS patiënten; voornamelijk
leukopenie en neutropenie. De percentages patiënten met resectie, RO-resectie,
en morbiditeit van de ingreep waren equivalent in beide groepen. Er was geen
perioperatieve mortaliteit.
De
onderzoekers concluderen dat de NAC-GS vergeleken met Up-S de OS van patiënten
met resectabel PDAC significant verbeterde.
1.Unno M et al. ASCO Gastrointestinal
Cancers Symposium; abstr. 189
Summary: A multicenter study in Japan randomized patient with PDAC to neoadjuvant gemcitabine plus S-1 versus upfront
surgery. The median OS was 36.7 months in the group with neoadjuvant treatment
versus 26.6 months in the group with upfront surgery (HR 0,72; p=0.015).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)