
De studie includeerde patiënten met actieve maligniteiten en symptomatische of incidentele longembolie of symptomatische DVT. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar dalteparine (200 IU/kg per dag gedurende de eerste maand; 150 IU/kg per dag gedurende maanden twee tot en met zes) of rivaroxaban (15 mg tweemaal daags gedurende drie weken, gevolgd door 20 mg eenmaal daags gedurende de rest van zes maanden). Het primaire eindpunt van de studie was recidief van VTE.
De studie includeerde 406 patiënten onder wie 58% met metastasen. Deze figuur laat zien dat het zes-maands cumulatieve recidief van VTE 11% bedroeg in de dalteparine-groep versus 4% in de rivaroxaban-groep (HR 0,43; 95%-bti 0,19-0,99). Deze figuur laat zien dat het zes-maands cumulatieve risico van majeure bloeding 4% bedroeg in de dalteparine-groep versus 6% in de rivaroxaban-groep (HR 1,83; 95%-bti 0,68-4,96). Het zes-maands cumulatieve risico van klinisch-relevante non-majeure bloeding was 4% in de dalteparine-groep versus 13% in de rivaroxaban-groep (HR 3,76; 95%-bti 1,63-6,89).
De onderzoekers concluderen dat rivaroxaban vergeleken met dalteparine geassocieerd was met lagere risico van VTE-recidief maar hoger risico van klinisch-relevante non-majeure bloeding.
1.Young AM, Marshall A, Thirlwall J et al. Comparison of an oral factor Xa inhibitor with low molecular weight heparin in patients with cancer with venous thromboembolism: results of a randomized trial (SELECT-D). J Clin Oncol 2018; epub ahead of print