
De studie includeerde 103 patiënten met metastatisch melanoom met niet-E/K V600 mutatie (56%), niet-V600 mutatie (37%), of zowel V600E als een zeldzame BRAF-mutatie (7%). De meest frequente mutaties waren V600R (43%), L597P/Q/R/S (15%), en K601E (11%). De meeste patiënten hadden stadium IV ziekte. De meeste patiënten kregen gecombineerde BRAFi/MEKi (58%) of BRAFi monotherapie (37%). Onder de 58 patiënten met V600-mutaties was de ORR op BRAFi monotherapie 27% en de ORR op BRAFi/MEKi 56%, met mediane progressievrije overleving 3,7 maanden respectievelijk 8,0 maanden. Onder de 38 patiënten met niet-V600 mutaties was de ORR op BRAFi monotherapie 0%, op MEKi monotherapie 40%, en op de combinatie 28%, met corresponderende mediane PFS 1,8 versus 3,7 versus 3,3 maanden.
De onderzoekers concluderen dat patiënten met metastatisch melanoom met ongebruikelijke BRAF-mutaties respons kunnen hebben op gerichte therapie, hoewel de werkzaamheid van deze therapie lager is dan wat is gezien voor metastatisch melanoom met V600E-mutaties. Combinatie van BRAFi en MEKi lijkt het meest werkzame regime voor zowel V600-gemuteerd als niet-V600 gemuteerd metastatisch melanoom.
1.Menzer C, Menzies AM, Carlino MS et al. Targeted therapy in advanced melanoma with rare BRAF mutations. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: A multinational study found that patients with metastatic melanoma with rare BRAF mutations can respond to targeted therapy, however, efficacy seems to be lower compared to efficacy for V600E mutated melanoma. Combination BRAFi/MEKi seems to be the most efficacious regimen for both V600 and non-V600 mutations.