
De analyse heeft betrekking op 335.054 vrouwen die bij inclusie tussen 1992 en 2000 gemiddeld 50,8 jaar oud waren (SD 9,8 jaar). De deelneemsters gaven bij inclusie informatie over hun voedingsgewoonten door het beantwoorden van land-specifieke vragenlijsten. Gedurende mediaan 11,5 jaar follow-up werden in het cohort 10.197 incidente mammacarcinomen gediagnostiseerd (3479 ER+PR+, 1021 ER-PR-). De consumptie van groenten was invers geassocieerd met het risico van mammacarcinoom (kwintiel 5 versus kwintiel 1 van de groentenconsumptie HR 0,87; 95%-bti 0,80-0,94). De associatie was sterker voor ER-PR- mammacarcinoom (HR 0,74; p voor trend = 0,03) dan voor ER+PR+ mammacarcinoom (HR 0,91; p voor trend = 0,14), maar de test voor heterogeniteit volgens hormoonreceptorstatus was niet significant (p=0,09). De consumptie van fruit was niet geassocieerd met het risico van totaal of hormoonreceptor-gedefinieerd mammacarcinoom.
De onderzoekers concluderen dat een hoge consumptie van groenten geassocieerd is met een lager risico van, voornamelijk hormoonreceptor negatief, mammacarcinoom.
1.Emaus MJ, Peeters PHM, Bakker MF et al. Vegetable and fruit consumption and the risk of hormone receptor-defined breast cancer in the EPIC cohort. Am J Clin Nutr 2015; epub ahead of print