Risicoverlagende
salpingo-ovariëctomie (RRSO) wordt uitgevoerd voor preventie van hooggradig
sereus carcinoom (HGSC) in dragers van BRCA1/2 kiemlijn pathogene varianten
(GPVs). Sommige dragers ontwikkelen toch HGSC ondanks RRSO zonder pathologische
bevindingen. Een Nederlandse multicenterstudie heeft incidentie van en
risicofactoren voor HGSC na RRSO in deze GPV-drager geïnventariseerd.
PhD-kandidaat Iris Stroot (UMC Groningen) en collega’s publiceren de studie in het Journal of
the National Cancer Institute.1
De
onderzoekers selecteerden 2519 BRCA1/2
GPV-dragers in het Hereditary Breast and
Ovarian cancer in the Netherlands (HEBON)-cohort, met mediaan 13,4 jaar
follow-up (range 0,0-27,6) na RRSO. De 20-jaars cumulatieve incidentie van HGSC
was 1,5% (95%-bti 0,0-2,1) onder de dragers van BRCA1-GPVs en 0,2% (0,0-1,4) onder de dragers van BRCA2-GPVs. Alle vrouwen die HGSC
ontwikkelden ondergingen RRSO na de aanbevolen leeftijd. Factoren die
geassocieerd waren met verhoogd risico van HGSC waren incomplete embedding van het RRSO-specimen (HR 4,2;
95%-bti 1,4-12,6), hogere leeftijd bij RRSO (per jaar 1,1;1,0-1,1), en dragen
van een BRCA1-GPV (12,1; 1,6-91,2).
De
onderzoekers concluderen dat onder dragers van BRCA1/2-GPVs de lange-termijn incidentie van HGSC na RRSO zonder
pathologische bevindingen laag is, en dat strikte adherentie aan tijdige RRSO
het risico verder kan verlagen.
1.Stroot
IAS, Bart J, Hollema H et al. High-grade
serous carcinoma occurring after risk-reducing salpingo-oophorectomy in BRCA1/2
germline pathogenic variant carriers. J Natl Cancer Inst 2024.djae300
Summary: A multicenter retrospective study in
The Netherlands found that in BRCA1/2
GPV carriers, the long-term incidence of high-grade serous carcinoma after
risk-reducing salpingo-oophorectomy without pathologic findings was low, and
that strict adherence to guidelines regarding timely RRSO followed by complete
specimen embedding can further reduce the risk.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)