
De studie includeerde vrouwen in de leeftijd van 29 tot en met 61 jaar, die reguliere screening ondergingen. De vrouwen werden gerandomiseerd naar self-sampling (SS; n=7643) of clinician-sampling (CS; n=6282). HPV-positiviteit werd vastgesteld in 7,4% van de SS-groep versus 7,2% van de CS-groep (RR 1,04; 95%-bti 0,92-1,17). De mediane follow-up van HPV-positieve vrouwen was 20 maanden (IQR 17-22). De CIN2+ sensitiviteit en specificiteit van HPV-testen verschilde niet significant tussen de SS-groep en de CS-groep: de CIN2+ relatieve sensitiviteit was 0,96 (0,90-1,03) en de CIN2+ relatieve specificiteit was 1,00 (0,99-1,01). Voor het CIN3+ eindpunt was de relatieve sensitiviteit 0,99 (0,91-1,08) en de relatieve specificiteit 1,00 (0,99-1,01).
De onderzoekers concluderen dat HPV-testen met een klinisch gevalideerde assay vergelijkbare accuratesse (in termen van detectie van CIN2+ of CIN3+ lesies) had in SS- en in CS-monsters. Deze waarnemingen suggereren dat self-sampling kan worden gebruikt in de routinematige screening.
1.Polman NJ, Ebisch RMF, Heideman DAM et al. Performance of human papillomavirus testing on self-collected versus clinician-collected samples for the detection of cervical intraepithelial neoplasia of grade 2 or worse: a randomised, paired screen-positive, non-inferiority trial. Lancet Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: A non-inferiority trial in The Netherlands found that HPV testing done with a clinically validated PCR-based assay had similar accuracy on self-colledted and clinician-collected samples in terms of the detection of CIN2+ or CIN3+ lesions.