HPV-vaccins
beschermen tegen infectie door de meest oncogene HPV-typen, tegen
cervix-intraepitheliale neoplasie (CIN) en cervixcarcinoom. Een bevolkings-gebaseerde
patiënt
-controlestudie
in Zweden heeft onderzocht of ontwikkeling van CIN-lesies in HPV-gevaccineerde
jonge vrouwen geassocieerd is met HPV-types die door het vaccin gecovered zijn
of niet. Prof. Joakim Dillner (Karolinska
Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren de studie online in het International
Journal of Cancer.1
De
onderzoekers identificeerden 305.320 vrouwen geboren tussen begin 1980 en eind
2000, die HPV-vaccinatie hadden gekregen voor begin 2015. Onder deze vrouwen
waren er 5874 die waren gevaccineerd voor de leeftijd van zeventien jaar, en in
de regio Stockhom tussen begin 2006 en eind 2018 cervixscreening hadden
ondergaan. In 294 van deze vrouwen werd CIN gedetecteerd; van 125 van deze vrouwen
met CIN was een cervixmonster beschikbaar. Ze werden 1:2 gematcht met CIN-vrije
HPV-gevaccineerde controlevrouwen. Onder de vrouwen met CIN werden slechts in
een gering percentage de HPV-typen waartegen het vaccin gericht was gezien (HPV16
2,4% en HPV18 0,8%); dit was ook het geval onder de controlevrouwen (HPV16 0,4%
en HPV18 0,4%). Er waren geen vrouwen met HPV6 of HPV11. De CIN-lesies waren
geassocieerd met de niet-vaccin HPV-typen 31, 33, 42, 45, 51, 52, 56, 59, en
66.
De
onderzoekers concluderen dat CIN-lesies onder jonge HPV-gevaccineerde vrouwen
in verreweg de meeste gevallen toe te schrijven zijn aan infectie door
niet-vaccin HPV-typen.
1.Kann H, Hortlund M, Eklund C et al.
Human papillomavirus types in cervical dysplasia among young HPV-vaccinated
women: population-based nested case-control study. Int J Cancer 2019; epub
ahead of print
Summary: A study in Sweden found that
CIN lesions among young HPV vaccinated women were mostly attributable to
infection with non-vaccine HPV types.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)