
De analyse heeft betrekking op 160 patiënten die voor en tijdens de behandeling en tijdens follow-up tot 24 maanden of tot progressie EORTC QLQ-C30 en QLQ-BN20 vragenlijsten beantwoordden. In beide armen namen de HRQOL-scores statistisch significant en klinisch relevant (tenminste 10 punten) toe. Op geen van de schalen waren er significante verschillen tussen beide armen (range -3,8 tot + 4,0). Na 12 en 24 maanden waren de scores op alle schalen significant hoger dan de baseline-score met uitzondering van vermoeidheid na 12 maanden (-7,4) en motordysfunctie na 12 maanden (-8,8). In de patiënten die WBRT hadden ondergaan (n=59) bleven de scores op alle geselecteerde schalen met uitzondering van motordysfunctie stabiel in vergelijking met kort na WBRT.
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van rituximab aan standaard chemotherapie voor PCNSL niet resulteerde in verslechtering van de HRQOL tijdens twee jaar follow-up, en dat in patiënten in de leeftijd tot en met zestig jaar WBRT evenmin resulteerde in verslechtering van de HRQOL.
1.Van der Meulen M, Bakunina K, Nijland M et al. Health-related quality of life after chemotherapy with or without rituximab in primary central nervous system lymphoma patients: results from a randomised phase III study. Ann Oncol 2020; epub ahead of print
Summary: HRQOL analysis of the phase 3 study HOVON 105 found that addition of rituximab to methotrexate-based chemotherapy for PCNSL did not impact HRQOL, and that WBRT did not result in deterioration of HRQOL in the first two years.