
De studie includeerde alle aNSCLC-patiënten die in City of Hope behandeld werden met pembrolizumab, nivolumab, atezolizumab, en durvalumab (n=346). Factoren die in univariate en multivariate analyse geassocieerd waren met overall survival waren PD-L1 expressieniveau 50% of hoger (HR 0,19; p<0,01), EGFR-mutatie (HR 7,38; p<0,05), en TET2-mutatie (HR 0,15; p<0,05). Onder de 12 patiënten met genomische veranderingen in TET2 werd de mediane OS niet bereikt, terwijl onder de 96 patiënten zonder genomische veranderingen in TET2 de mediane OS 11,5 maanden was. Genomische veranderingen in TET2 en FANCA waren mutueel exclusief. Patiënten met genomische veranderingen in FANCA (6%) hadden kortere mediane OS dan patiënten zonder deze veranderingen (5,5 maanden versus 14,5 maanden; p<0,05).
De onderzoekers concluderen dat de studie nader inzicht verschaft dat kan bijdragen aan de selectie van aNSCLC-patiënten met kans op profijt van ICIs.
1.Zhao D et al. AACR 2020 Virtual Meeting II, abstr. 3300/22
Summary: A retrospective study at City of Hope (Duarte, CA) found that in patients with advanced NSCLC genetic alterations in TET2 and PD-L1 expression level 50% or higher were associated with longer overall survival.