De
incidentie van squamous cell carcinoma of
the anal canal (SCCA) neemt toe, en er is geen standaardbehandeling bekend
voor patiënten met refractaire metastatische ziekte. De ontwikkeling van SCCA
is geassocieerd met HPV en gestoorde werking van het immuunsysteem. Nivolumab
is een monoklonaal antilichaam dat gericht is tegen het PD-1 ligand op T-cellen
dat wellicht antitumoractiviteit van T-cellen kan herstellen. Dr. Van Morris
(MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s hebben een fase 2-studie
uitgevoerd van intraveneus nivolumab 3 mg/kg iedere twee weken in 39 patiënten
die tenminste één eerdere behandeling voor SCCA hadden gekregen. De klinische
uitkomsten van de studie zullen in juni 2016 worden gepresenteerd op de ASCO Annual Meeting in Chicago.
Morris
presenteert morgen op de AACR Annual
Meeting in New Orleans uitkomsten van een subgroepanalyse van zeventien
deelnemers die instemden met het afgeven van weefselmonsters voor aanvang van
de behandeling en na twee doses nivolumab.1 Voor dertien van deze
patiënten was er voldoende weefsel beschikbaar voor immuunhistochemische analyses.
Vier van deze patiënten hadden een klinische respons op nivolumab; negen waren
non-responders. In de responders vergeleken met non-responders werd tussen gepaarde
monsters voor en tijdens de behandeling significante toename gezien van
percentage CD3 T-cellen (p=0,02), CD8 T-cellen (p=0,01), granzyme-B (p=0,005),
PD-1 (p=0,002) en PD-L1 (p=0,005) op tumorepitheelcellen. Er waren geen
verschillen tussen beide groepen voor vijf andere markers (CD20, CD45R0, CD68,
FoxP3, OX40). Met flow-cytometrie werd in beschikbare tumormonsters (n=12)
gezien dat responders significant hogere frequentie van TIM-3+ CD8
T-cellen (p=0,003) en PD-L1+ CD45+ (p=0,03) immuuncellen
in de pre-treatment tumoren hadden dan non-responders. Er was een trend van
afname van TIM-3+ CD8T-cellen tijdens de behandeling.
De
onderzoekers concluderen dat in deze eerste prospectieve fase 2-studie in
refractair metastatisch SCCA een correlatie is gezien tussen mogelijke
immunologische biomarkers en klinische uitkomst.
1.Morris V et al. AACR
2016; abstr. CT131
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)