Osteolytische
ziekte en nierdisfunctie zijn complicaties van multipel myeloom.
Zoledroninezuur (ZA) wordt gebruikt voor de preventie en behandeling van
botcomplicaties, maar kan nefrotoxisch zijn. Denosumab (DNB) remt RANKL en de
osteclastfunctie, maar wordt niet renaal geklaard. Dr. Noopur Raje
(Massachusetts General Hospital) en collega’s hebben een multinationale (Verenigde
Staten, Oostenrijk, Japan, Spanje, en Griekenland) fase 3-studie uitgevoerd van
de werkzaamheid en veiligheid van DMB versus ZA in patiënten met
nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom. Raje presenteert de studie op de ASCO Annual Meeting in
Chicago.1
De
deelnemers werden 1:1 gerandomiseerd naar DMB 120 mg subcutaan iedere vier
weken (n=859) of ZA 4 mg intraveneus iedere vier weken (n=859), samen met
antimyeloomtherapie. Patiënten met CrCl lager dan 30 ml/min werden geëxcludeerd
vanwege ZA-doseringsrestrictie. Baseline nierinsufficiëntie (CrCl 60 ml/min of
lager) werd gezien in 26,7% van de patiënten.
Het primaire
eindpunt van de studie was noninferioriteit van DMB versus ZA met betrekking
tot tijd-tot-eerste on-study skeletgerelateerde
gebeurtenis (SRE). Voor dit eindpunt was DMB inderdaad niet-inferieur aan ZA
(p=0,01). Adverse events gerelateerd aan
niertoxiciteit werden gezien in 10,1% van de patiënten in de DMB-arm versus 17,1%
van de patiënten in de ZA-arm (p<0,001). In de subgroep van patiënten met
CrCL hoger dan 60 ml/min werd niertoxiciteit gezien in 8,8% versus 14,2%, en in
de subgroep van patiënten met CrCl tussen 30 en 60 ml/min in 12,9% versus
26,4%. Toename van creatinine werd gezien in 12,5% van de patiënten op DMB
versus 20,8% van de patiënten op ZA.
De
progressievrije overleving was statistisch significant beter met DMB dan met ZA
(HR 0,82; p=0,036). De overall survival
was niet significant verschillend tussen beide armen (HR 0,9; p=0,41) met 121
overleden patiënten in de DMB-arm (14,1%) en 129 overleden patiënten in de
ZA-arm (15,0%).
De
onderzoekers concluderen dat DMB vergeleken met ZA in multipel-myeloompatiënten
niet-inferieur was voor het primaire eindpunt tijd-tot-eerste SRE, en
resulteerde in significant minder niertoxiciteit; vooral in patiënten met
nierinsufficiëntie.
1. Raje N et al. ASCO Annual Meeting 2017; abstr. 8005
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)