De retrospectieve cohortstudie werd uitgevoerd in zeventien ziekenhuizen in het Verenigd Koninkrijk. Tussen begin 1990 en eind 2010 ondergingen 253.798 patiënten coloscopie; 11.944 van deze patiënten hadden intermediair-risico adenomen, gedefinieerd als één of twee grote (≥10 mm) of drie of vier kleine adenomen. Na verwijdering van de adenomen kregen de patiënten drie-jaars interval surveillance-colosocopie aangeboden, waarna ze werden gevolgd tot eind 2014.
Tijdens de follow-up van mediaan 7,9 jaar werden onder de patiënten 210 gevallen van CRC gezien. Er waren 5019 patiënten (42%) die geen surveillance ondergingen en 6925 patiënten (58%) die tenminste eenmaal surveillance ondergingen. Vergeleken met geen surveillance was surveillance geassocieerd met significante verlaging van het CRC-risico: één surveillancebezoek HR 0,57 (95%-bti 0,40-0,80) en twee surveillancebezoeken HR 0,51 (95%-bti 0,31-0,84). Onder de patiënten die geen follow-up surveillance ondergingen waren suboptimale kwaliteit van de coloscopie, proximale poliepen, en hooggradig of groot (≥20 mm) adenoom geassocieerd met significant hoger risico van CRC dan wat wordt gezien in de algmene bevolking (SIR 1,30; 95%-bti 1,06-1,57). In patiënten zonder deze kenmerken was het CRC-risico lager dan dat van de algemene bevolking (SIR 0,51; 95%-bti 0,29-0,84).
De onderzoekers concluderen dat de meeste patiënten met intermediair-risico adenomen profijt hebben van coloscopie-surveillance. Er is ook een groep patiënten met laag risico na baseline coloscopie; de waarde van surveillance voor deze groep is onduidelijk.
1.Atkin W, Wooldrage K, Brenner A et al. Adenoma surveillance and colorectal cancer incidence: a retrospective, multicentre, cohort study. Lancet Oncol 2017; epub ahead of print
