Prof. Jean
Paul Fermand (Hôpital Saint Louis, Parijs) en collega’s publiceren vandaag
online in Leukemia een retrospectieve analyse van 49 patiënten met lichte keten (LC)-geassocieerd
Fanconi syndroom.1 De patiënten hadden chronische nierziekte
(mediane GFR 33 ml/min/m2) en tubulaire proteïnurie. Alle patiënten
hadden verhoogde fractionele excretie van fosfaat en urinezuur, en gegeneraliseerde
aminoacidurie en/of normoglycemische glycosurie.
Achtendertig
patiënten hadden monoclonal gammopathy of
renal signficance, en elf patiënten hadden overte hematologische
maligniteit. Het monoklonale LC-isotype was kappa in 46 van 49 patiënten. In 39
patiënten werd nierbiopsie uitgevoerd; in 24 van deze patiënten werden
proximale tubulaire laesies en intracytoplasmatische kristallijn inclusies
gezien.
Tweeënveertig
patiënten kregen chemotherapie. Patiënten met plasmacelproliferatie (n=38)
kregen bortezomib-gebaseerde regimes (n=11), IMID-gebaseerde regimes (n=7), alkylerende
middelen (n=6), of hoge-dosering melfalan gevolgd door autologe
stamceltransplantatie (n=14). Hematologische respons werd gezien in 34 van 38
evalueerbare patiënten. De GFR bleef stabiel zolang de hematologische respons
behouden bleef en verslechterde na rebound van serum free light chains.
De
onderzoekers concluderen dat in patiënten met LC-geassocieerd Fanconi syndroom
chemotherapie met hoge-dosering melfalan of moderne anti-myeloom middelen de
nierfunctie kan stabiliseren.
1.Vignon
M, Javaugue V, Alexander MP et al. Current anti-myeloma therapies in renal manifestations of monoclonal light
chain-associated Fancone syndrome (A retrospective series of 49 patients).
Leukemia 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)