
De studie includeerde 302 patiënten die eerstelijns chemo-immuuntherapie kregen voor stadium IV NSCLC, onder wie 216 (71,5%) voormalige rokers en 61 (20,2%) huidige rokers. Onder de 274 patiënten met bekende PD-L1 expressie van de tumoren was de expressie 50% of hoger in 76 patiënten, 1% tot 50% in 84 patiënten, en lager dan 1% in 113 patiënten. Vergeleken met patiënten die niet waren blootgesteld aan ATB hadden patiënten met voormalige ATB-blootstelling vergelijkbare overall survival (HR 1,42; p=0,1207), progressievrije overleving (HR 1,12; p=0,5552), en overall response rate (42,6% versus 57,4%; p=0,1794). Er was geen differentieel effect van duur van ATB-blootstelling (korter dan 7 dagen versus 7 dagen of langer) en wijze van toediening (intraveneus versus oraal).Ook gelijktijdig ATB-gebruik met chemo-immuuntherapie was niet geassocieerd met OS (HR 1,29; p=0,149) en PFS (HR 1,20; p=0,222).
De onderzoekers concluderen dat ATB-gebruik geen ongunstige impact heeft op werkzaamheid van eerstelijns chemo-immuuntherapie voor stadium IV NSCLC.
1.Cortellini A, Ricciuti B, Fachinetti F et al. Antibiotic-exposed patients with non-small cell lung cancer preserve efficacy outcomes following first-line chemo-immuntherapy. Ann Oncol 2021.08.1744
Summary: Prior antibiotic therapy (ATB) is known to impair efficacy of single-agent immune checkpoint inhibitors for NSCLC, potentially though the induction of gut-dysbiosis. A multinational study found no impact of prior or current ATB exposure on efficacy of chemo-immunotherapy combinations for stage IV NSCLC.