In het
afgelopen decennium zijn verscheidene nieuwe potentiële behandelingen voor
patiënten met myelofibrose (MF) beschikbaar gekomen. Een retrospectieve studie
van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft behandelpatronen en uitkomsten
van patiënten met nieuw-gediagnostiseerd MF geïnventariseerd. Dr. Lucia
Masarova en collega’s publiceren de studie in Cancer.1
De studie
includeerde 802 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd MF die tussen begin 2000
en eind 2020 bij MDACC behandeld werden. Er waren 492 patiënten (61%) die
tijdens de follow-up MF-gerichte therapie startten. De meest-frequent initiële
therapie was de JAK-remmer ruxolitinib (44% van de behandelde patiënten,
gevolgd door niet-JAK-remmer investigationele behandelingen (21%),
immunomodulerende middelen (18%), investigationele JAK-remmers (10%), en andere
middelen (7%). De overall survival
was met ruxolitinib was mediaan 72 maanden, beter dan wat werd gezien met
overige behandelingen (mediaan ongeveer 50 maanden). Tweeëndertig procent van
de patiënten (n=159) startten een volgende therapie. De langste overleving
vanaf de start van tweedelijns therapie werd gezien met salvage ruxolutinib
(mediaan 35 maanden).
De
onderzoekers concluderen dat MF-patiënten verbeterde uitkomsten hadden met
ruxolitinib.
1.Masarova L, Bose P, Pemmaraju N et
al. The role of therapy in the outcomes of patients with myelofibrosis. Cancer
2023; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at MD Anderson
Cancer Center (Houston, TX) found improved outcomes of patients with
myelofibrosis who received treatment with the JAK inhibitor ruxolitinib.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)