
Dr. Ines Vaz-Luis
De studie is uitgevoerd in het prospectieve CANTO-cohort, bestaande uit 1177 premenopauzale patiënten die adjuvant tamoxifen voorgeschreven hadden gekregen. Een jaar na het voorschrijven rapporteerde 12,3% van de patiënten nonadherentie. Bepaling van tamoxifen in serum (drempelwaarde voor nonadherentie 60 ng/ml) liet zien dat 16,0% van de patiënten nonadherent waren. Van de patiënten die biochemisch-bepaald nonadherent waren (n=188) rapporteerde 55% wel degelijk adherent te zijn. De mediane follow-up na bepaling van de (non)adherentie was 24,2 maanden. De afstandsrecidiefvrije overleving was significant korter in de nonadherente groep dan in de adherente groep (aHR 2,31; p=0,036) met drie-jaars DDFS voor 89,5% in de nonadherente groep versus 95,4% in de adherente groep.
De onderzoekers concluderen dat therapeutic drug monitoring een geschikte methode kan zijn om patiënten te identficeren die nonadherent zijn aan adjuvant tamoxifen en een verhoogd risico van slechte uitkomst hebben.
1.Pistilli B, Paci A, Ferreira AR et al. Serum detection of nonadherence to adjuvant tamoxifen and breast cancer recurrence risk. J Clin Oncol 2020; epub ahead of print
Summary: Analysis in the cohort of the prospective CANTO study in France (1,177 premenopausal breast cancer patients) found that biochemically assessed nonadherence to adjuvant tamoxifen, one year after prescription, was higher than patient-reported nonadherence (16.0% versus 12.3%). The distant disease-free survival at three years was 89.5% in the nonadherent group versus 95.4% in the adherent group (distant recurrence or death HR 2.31; p=0.036).