
Tijdens mediaan 107 maanden follow-up werden 7583 deelneemsters gediagnostiseerd met invasief mammacarcinoom en 1742 met DCIS. Er waren 471 vrouwen die overleden aan mammacarcinoom en 42.229 die overleden aan andere oorzaken. De tien-jaars cumulatieve incidentie van invasief mammacarcinoom veranderde niet met toenemende CCI, maar nam wel licht af met toenemende leeftijd: CCI0 4% versus CCI>2 3,9% onder vrouwen van in de leeftijd van 66 tot en met 74 jaar; CCI0 3,7% versus CCI≥2 3,4% onder vrouwen in de leeftijd van 75 tot en met 84 jaar; en CCI0 2,7% versus CCI≥2 2,1% onder vrouwen in de leeftijd van 85 tot en met 94 jaar. De tien-jaars cumulatieve incidentie van other cause death nam toe met zowel toenemende CCI en met toenemende leeftijd: CCI0 10,4% versus CCI≥2 43,4% onder vrouwen in de leeftijd van 66 tot en met 74 jaar; CCI0 29,8% versus CCI≥2 61,7% onder vrouwen in de leeftijd van 75 tot en met 84 jaar; en CCI0 60,3% versus CCI≥2 84,8% onder vrouwen in de leeftijd van 85 tot en met 94 jaar. De tien-jaars cumulatieve incidentie van overlijden aan mammacarcinoom was laag en liep niet uiteen met de leeftijd (0,2% tot 0,3%).
De onderzoekers concluderen dat de cumulatieve incidentie van other cause death vele malen hoger was dan die van breast cancer death, afhankelijk van comorbiditeit en leeftijd, zodat het profijt van mammacarcinoomscreening in oudere vrouwen beperkt is, met name als er comorbiditeiten zijn.
1.Demb J, Abraham L, Miglioretti DL et al. Screening mammography outcomes: risk of breast cancer and mortality by comorbidity score and age. J Natl Cancer Inst 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis in a cohort of 222,088 women with at least one screening mammogram between ages 66 and 94 found that cumulative incidence of other cause death was many times higher than breast cancer incidence and death, depending on comorbidity and age. Older women with increased comorbidity may experience diminishe benefit from continued screening.