
De analyse heeft betrekking op 98 volwassen patiënten met gevorderd NSCLC die tussen mei 2012 en juli 2014 in Los Angeles een eerste cyclus pembrolizumab kregen. Eén patiënt raakte lost to follow-up; van de overige 97 hadden er 42 wel en 55 niet in een eerder stadium radiotherapie gekregen voor NSCLC. De mediane progressievrije overleving na pembrolizumab was 4,4 maanden in de patiënten met eerdere radiotherapie versus 2,1 maanden in de patiënten zonder eerdere radiotherapie (HR 0,56; p=0,019). De mediane overall survival na pembrolizumab was 10,7 maanden in de patiënten met eerdere radiotherapie versus 5,3 maanden in de patiënten zonder eerdere radiotherapie (HR 0,58; p=0,026). Het pembrolizumab-werkzaamheid bevorderende effect werd ook gezien in de 38 patiënten die alleen eerdere extracraniële radiotherapie hadden gekregen (PFS-HR 0,50; OS-HR 0,59). Onder de 24 patiënten die eerder radiotherapie naar de thorax hadden gekregen waren er 15 met pulmonaire toxiciteit na pembrolizumab (63%); onder de 73 patiënten die niet eerder radiotherapie naar de thorax hadden gekregen waren er 29 met pulmoniare toxiciteit na pembrolizumab (40%).
De onderzoekers concluderen dat deze secundaire analyse van KEYNOTE-001 suggereert dat een geschiedenis van radiotherapie geassocieerd is met langere PFS en OS na behandeling met pembrolizumab.
1.Shaverdian N, Lisberg AE, Bornazayan K et al. Previous radiotherapy and the clinical activity and toxicity of pembrolizumab in the treatment of non-small-cell lung cancer: a secondary analysis of the KEYNOTE-001 phase 1 trial. Lancet Oncol 2017; epub ahead of print