
De onderzoekers voerden een geprespecificeerde moleculaire analyse uit van tumoren van de CEGT om de werkzaamheid van gefitinib versus placebo te vergelijken voor tumoren met verschillende moleculaire kenmerken. Er waren biomarker-gegevens beschikbaar voor 340 patiënten. In patiënten met EGFR FISH-positieve tumoren (20,2%) was de overall survival significant beter met gefitinib dan met placebo (HR 0,59; p=0,05). In patiënten met EGFR FISH-negatieve tumoren was er geen OS-verschil tussen gefitinib en placebo (HR 0,90; p=0,46). Patiënten met tumoren met EGFR-amplificatie (7,2%) hadden het grootste profijt van gefitinib (versus placebo HR 0,21; p=0,006). Er was geen verschil in OS voor gefitinib versus placebo in patiënten met tumoren met mutaties in EGFR, KRAS, BRAF, of PIK3CA.
De onderzoekers concluderen dat EFGR copy number gain, bepaald met FISH, een subgroep van patiënten identificeert met profijt van gefitinib als tweedelijns behandeling.
1.Petty RD, Dahle-Smith A, Stevenson DAJ et al. Gefitinib and EGFR gene copy number aberrations in esophageal cancer. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print