De fase-3 Cancer Esophagus Gefitinib Trial
(CEGT)
liet zien dat de EGFR-TKI gefitinib vergeleken met placebo resulteerde in
betere progressievrije overleving in patiënten met gevorderd
slokdarmcarcinoom die ziekteprogressie hadden na chemotherapie. In een
minderheid van de patiënten werden snelle en duurzame responsen gezien. Prof.
Russell Petty (University of Dundee UK) en collega’s hebben de hypothese
onderzocht dat genetische afwijkingen in de EGFR-route patiënten zouden kunnen
identificeren met profijt van gefitinib. Ze publiceren hun http://ascopubs.org/doi/full/10.1200/JCO.2016.70.3934
studie online in het Journal of Clinical
Oncology.1
De
onderzoekers voerden een geprespecificeerde moleculaire analyse uit van tumoren
van de CEGT om de werkzaamheid van gefitinib versus placebo te vergelijken voor
tumoren met verschillende moleculaire kenmerken. Er waren biomarker-gegevens
beschikbaar voor 340 patiënten. In patiënten met EGFR FISH-positieve tumoren (20,2%) was de overall survival significant beter met gefitinib dan met placebo
(HR 0,59; p=0,05). In patiënten met EGFR
FISH-negatieve tumoren was er geen OS-verschil tussen gefitinib en placebo (HR
0,90; p=0,46). Patiënten met tumoren met EGFR-amplificatie
(7,2%) hadden het grootste profijt van gefitinib (versus placebo HR 0,21;
p=0,006). Er was geen verschil in OS voor gefitinib versus placebo in patiënten
met tumoren met mutaties in EGFR, KRAS,
BRAF, of PIK3CA.
De
onderzoekers concluderen dat EFGR copy
number gain, bepaald met FISH, een subgroep van patiënten identificeert met
profijt van gefitinib als tweedelijns behandeling.
1.Petty RD, Dahle-Smith A, Stevenson
DAJ et al. Gefitinib and EGFR gene copy number aberrations in esophageal
cancer. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)