Ongeveer 35%
van de patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom heeft bij diagnose
vroeg-stadium ziekte (I tot en met IIIA). Een cohortstudie in Denemarken heeft de
impact van EGFR-mutatiestatus op de overall survival van deze patiënten in
de klinische praktijk geïnventariseerd. Prof. Vera Ehrenstein (Universiteit van
Aarhus) en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1
Tussen begin
2013 en eind 2018 kregen in Denemarken 21.282 patiënten een diagnose NSCLC,
onder wie 8758 bij diagnose vroeg-stadium ziekte hadden. In 4107 (46%) van deze
patiënten werd de EGFR-mutatiestatus
van de tumoren bepaald. De figuur laat zien dat onder alle patiënten met vroeg-stadium NSCLC (panel A)
de mediane OS 5,7 jaar was in de 367 patiënten met EGFR-mutatie positieve status versus 4,4 jaar onder de 3710
patiënten met EGFR-mutatie negatieve
status. De overige panels laten zien dat EGFR-mutatie
in alle stadia van I tot en met IIIA geassocieerd was met overlevingsvoordeel.
De
onderzoekers concluderen dat onder alle patiënten en in subgroepen patiënten
met vroeg-stadium NSCLC, EGFR-mutatie
geassocieerd was met betere overleving.
1.Ehrenstein
V, Eriksen K, Taylor A et al. Characteristics
and overall survival of patients with early-stage non-small cell lung cancer: a
cohort study in Denmark. Cancer Medicine 2022; epub ahead of print
Summary: A cohort study in Denmark found that
among patients with early-stage NSCLC, presence versus absence of EGFR mutation was associated with
improved overall survival.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)