Een studie
van de KU Leuven heeft de impact op afstandsrecidiefvrije overleving onderzocht
van expressie van de androgeenreceptor (AR) in met neoadjuvante chemotherapie
behandeld triple-negatief mammacarcinoom (TNBC). PhD-student Lynn Jongen en
collega’s publiceren de studie online in Breast Cancer Research
and Treatment.1 De onderzoekers bepaalden retrospectief met
immunohistochemie de AR-expressie in holle-naaldbiopten (CNB) en residuele
ziekte (RD) van TNBC-patiënten die tussen begin 2000 en eind 2017 neoadjuvante
chemotherapie ondergingen.
De studie
includeerde 71 patiënten die mediaan 6,7 jaar werden gevolgd. Bij een
afsnijwaarde van 1% werd AR-expressie gezien in 32% van de CNBs en 14% van de RD-monsters.
Lage AR-expressie (1 tot 35% positieve tumorcellen was geassocieerd met
premenopauzale leeftijd, en hoge AR-expressie (meer dan 35%) met postmenopauzale leeftijd. AR-expressie
van CNBs was niet gecorreleerd met andere kenmerken waaronder sTILs, en was ook
niet voorspellend voor het bereiken van pCR of prognostisch voor metastatische
uitkomst. Verlies van AR-expressie in RD-monsters was prognostisch voor betere
vijf-jaars afstandsrecidiefvrije overleving (61,6%) vergeleken met behoud van
AR-expressie in RD (25,0%; p=0,01).
De
onderzoekers concluderen dat verlies van AR-expressie in residuele ziekte geassocieerd
was met betere DDFS in patiënten die neoadjuvante chemotherapie kregen voor
TNBC.
1.Jongen
L, Floris G, Wildiers H et al. Tumor
characteristics and outcome by androgen receptor expression in triple-negative
breast cancer patients treated with neo-adjvuant chemotherapy. Breast Cancer
Res Treat 2019; epub ahead of print
Summary: A retrospective study in Belgium found that loss of expression of the androgen receptor in residual disease after
neoadjuvant chemotherapy for TNBC was associated with better DDFS (61,6% after
five years) compared to residual disease with retained AR-expression (25,0%;
p=0,01).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)