De risicodistributie volgens de International Prognostic Score for ET (IPSET) in het Mayo-cohort was 23% hoog-risico, 42% intermediair-risico, en 35% hoog-risico. In multivariate analyse inclusief IPSET-risicofactoren waren mannelijk geslacht (HR 1,6; 95%-bti 1,3-2,0), leeftijd zestig jaar of ouder (HR 4,3; 95%-bti 3,4-5,4), en leukocytengetal hoger dan 11x109/l (HR 1,5; 95%-bti 1,3-1,9) onafhankelijke voorspellers van kortere overleving. Deze uitkomsten werden bevestigd in het Italiaanse cohort, met voor mannelijk geslacht HR 1,6 (95%-bti 1,1-2,5), voor leeftijd zestig jaar of ouder HR 4,6 (95%-bti 2,2-9,5), en voor leukocytengetal hoger dan 11x109/l HR 1,8 (95%-bti 1,1-2,8). Het onafhankelijke prognostische effect van geslacht werd verder versterkt door een afzonderlijke multivariate analyse in de verschillende IPSET-risicocategorieën.
De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat vrouwen met ET langer leven dan mannen met ET.
1. Tefferi A, Betti S, Barraco D et al. Gender and survival in essential thrombocythemia: A two-center study of 1,494 patients. Am J Hematol 2017; epub ahead of print