Patiënten
met AML in remissie behouden een verhoogd risico van relapse, ook na allogene hematopoïetisch
celtransplantatie (alloHCT). Detectie van meetbare residuele ziekte (MRD)
voorafgaan aan de alloHCT is geassocieerd met slechtere uitkomsten. Een multicenter
fase 3-studie in de Verenigde Staten heeft de impact van de intensiteit van
conditionering onderzocht op de uitkomsten van patiënten met versus zonder
MRD-positiviteit. Dr. Christopher Hourigan (NIH, Bethesda MD) en collega’s
publiceren de studie online in het Journal of Clinical
Oncology.1
De studie
randomiseerde patiënten in morfologisch complete remissie naar myeloablatieve
conditionering (MAC) of gereduceerde-intensiteit conditionering (RIC). De
onderzoekers bepaalden met next-generation
sequencing aanwezigheid van dertien in AML gewoonlijk gemuteerde genen in
bloedmonsters genomen voor conditionering. In 32% van de MAC- en 37% van de
RIC-patiënten werden geen mutaties gezien (MRD-negatief). In deze groep was de
overleving niet verschillend voor MAC versus RIC (drie-jaars OS 56% versus 63%;
p=0,96). In de patiënten met detecteerbare mutatie waren er wel verschillen tussen de MAC- en
RIC-groepen in relapse (drie-jaars cumulatieve incidentie 19% versus 67%;
p<0,001) en overleving (drie-jaars OS 61% versus 43%; p=0,02). In
multivariate analyse gecorrigeerd voor ziekterisico en donorgroep, was onder de
MRD-positieve patiënten RIC vergeleken met MAC significant geassocieerd met
toegenomen relapse (HR 6,38; p<0,001), kortere relapsevrije overleving (HR
2,94; p<0,001), en kortere OS (HR 1,97; p=0,01).
De
onderzoekers concluderen dat onder patiënten met pre-conditionering
MRD-positieve status MAC resulteerde in betere uitkomsten dan RIC.
1.Hourigan CS, Dillon LW, Gui G et al.
Impact of conditioning intensity of allogeneic transplantation for acute
myeloid leukemia with genomic evidence of residual disease. J Clin Oncol 2019;
epub ahead of print